De dag verloopt vrij rustig in een jaar van je leven. Maar toch ontstaat er onenigheid. Dit keer onenigheid over drank..
Wat is je probleem nou vraagt Babette aan Jeffrey. Niks antwoord Jeffrey omdat ik gelijk heb. Ik vraag de rosé gewoon ja of nee. Ik ontbijt niet, ik lunch nauwelijks ik vraag het minst van iedereen he. Babette zegt dat zij zei ik wil een biertje drinken of wil je naar bed. Het gaat niet om gisteren toch antwoordt Jeffrey. We hebben over en dat laten we over voor de volgende dag. Ben je woordvoerder van haar of niet/ Nee antwoordt Babette, ik wilde het gewoon weten. Maar waarom ben je boos? Ik ben duidelijk zegt Jeffrey, het is gewoon precies dezelfde fout die ik hier buiten maak. Dat als je hier alles weggeeft, snij je jezelf soms in de vingers dat blijkt nu ook. We hebben nu genoeg, we hebben genoeg en word voor dinsdag weggelegd, het is allemaal heel dom. Ik heb er geen ander woord voor. Alle motherf*ckers hebben alles, ik vraag gewoon iets, moeilijk moeilijk moeilijk. Het maakt met niet uit wat er met jullie aan de hand is maar ik win ten alle tijden. Ik ben het spuugzat. Ik krijg het minst van iedereen. Als ik iets vraag wordt er zo godvergeten moeilijk gedaan om alles terwijl het niet hoeft. Ik wordt er ziek van. Het is hier een oneerlijke tyfus zooi.
Babette laat weten dat ze niet van het besparen is, het maakt mij niets uit. Het is haar keuze moeten we haar dwingen? Gaan we hier het wil uitvinden vraagt Jeffrey gepikeerd. Ze heeft nu alles naar boven gedaan zegt Babette waarop Jeffrey zegt dat hij het zielig vindt. Laat de rose maar zitten. Zoë komt daarna binnen en Babette vraagt of de biertjes naar boven moeten voor dinsdag. Nee zegt Zoë en probeert het verder uit te leggen maar volgens Jeffrey is het bullsh*t. Ga jij nu ineens de cultuur hier bepalen? Je bent een meisje van f*cking 21. Je bent alleen maar aan het kl*ten. Je bent bent mensen hier een gevoel aan het geven die het absoluut niet verdienen. Jij hebt het over messen die voortgetrokken worden, ik vraag het minst van iedereen. Zoë zegt dat niemand minder moet eten of douchen, je mag doen wat je wilt. Je moet luisteren naar mij antwoordt Jeffrey, je moet meer gaan doen. Ik vind het in en in triest. Het is weekend, we hebben alles wat we hebben.
Babette laat weten waar de weerstand vandaan komt. En Zoë benadrukt dat ze hem niet dwarsboomt. Jeffrey antwoordt dat ze ook van zijn geld pina colada zit te drinken. Zoë zegt op haar beurt dat er ook tabak wordt besteld. Je moet dingen los van elkaar zien zegt Jeffrey. Je bent gespannen merkt Zoë op. Babette vindt dat het slachtoffer achtig vindt. Het drietal praat er nog zeer lang over door. Jeffrey vindt het allemaal belachelijk en vindt dat besparen niet mogelijk is. Het is niet nodig. Wij verschillen daar gewoon in antwoordt Babette. Jeffrey vindt het in en in triest. Babette vindt het ook triest, alcohol moet geïntroduceerd worden met gezellig en niet met dit. Jeffrey vindt dat hij vergeten wordt, elke keer weer. Zoë is het daar niet mee eens. Jeffrey vindt dat er genoeg geld is, je kan en, en, en, en. Iedereen kan gewoon pakken. Laat iedereen zijn ding doen. Babette staat daar ook voor maar je weet dat ander mensen er ook iets van vinden. Zoë wil het voor iedereen goed doen. Jeffrey vindt het gewoon oneerlijk, de rest krijgt alles. Babette vindt die tirade dan weer niet kunnen. Iemand anders mag zij of haar mening ook hebben. Het drietal gaat er nog lang over door maar lijkt er niet uit te komen…