Babette spreekt Esther aan op haar gedrag

De deelnemers hebben een 24 uur opdracht, ze moeten een ijsblok ontdooien met hierin geld voor de huishoudpot. De avond en nacht staan dan ook in het teken van die opdracht. Er is een rooster opgesteld om de nacht door te komen. Tijdens de opdracht zijn er verschillende gesprekken waaronder een gesprek tussen Esther en Babette.

De twee hebben het al snel over Jan-Willem. Hij is wel echt op jou gesteld merkt Babette op. Esther antwoordt dat ze dat niet weet maar volgens Babette is dat wel zo. Ik denk het niet zegt Esther en Babette vind ze echt een duo. Je bent nog steeds verliefd he? Nee gelukkig niet antwoordt Esther maar Babette geloofd het niet, kijk me eens aan en zeg het nog een keer. Esther zegt dat ze niet verliefd is en Babette begint te lachen. Ik zie het toch voegt ze eraan toe. Ik ben erg op hem gesteld benadrukt ze. Ik zie het toch benadrukt Babette. Je zit hier in een bubbel en je moet je er niet op focussen gaat Esther verder. En het is alweer weken zo dat ze (Eunice) hem aait of een kus in de nek geeft. Vanmiddag ging ze ook in zijn haren en onder zijn kin pakken. Het is een oom voor haar. Daarna vertelt ze dat op een valentijnskaartje voor haar evenement een boodschap voor Jan-Willem geschreven stond door Eunice. Lieve Jan-Willem, ik voel me beschermd, vertrouwd en heel krachtig bij jou. Dus ik denk dit is van Eunice. Babette vindt het apart. Het gevoel is er gekomen, in de buitenwereld kun je weg maar hier gaat dat niet. Nee zegt Esther en dan is het kijken wat je doet. En wat hij doet moet hij zelf weten. Maar zij pakt het met beide handen aan, wie ben ik om te zeggen dat mag niet. Het moeilijke is dat het niet over kan gaan omdat je hier nog steeds bent antwoordt Babette. Het is niet anders zegt Esther, of ik ga die strijd niet meer aan en ik ga. Of ik blijf, maar hoe lang kan ik hier nog blijven? Dat is vanuit mijn gevoel en dat is waar ik bij moet blijven.

Babette merkt op dat ze steeds verder weg is, je bent hier wel maar toch weer niet. Esther geeft toe dat ze daar wel gelijk in heeft. Ik snap dat je nog verliefd bent zegt Babette, het is een battle in jezelf. Ik zie je overlevingsmodus en dat vind ik best heel erg. Tja antwoordt Esther maar je moet iets doen. Ik moet mijn emoties de baas zien te worden. Ik denk aan de ene kant kom op gaat Babette verder. Ik vraag me af of je dit nog 7 maanden kunt volhouden. Esther zegt dat ze het 32 jaar heeft volgehouden. Maar dat is niet waar je hier voor zit benadrukt Babette. Er moet ook een andere manier zijn. Ik weet niet hoe zegt Esther. Wat moet ik er tegen doen, ik zou het niet weten. Ik moet voor mijn eigen emoties afstand nemen. Je stapt uit je eigen ding en je verstand gaat het overnemen vraagt Babette. Ja zegt Esther en Babette merkt op dat ze haar nooit meer ziet lachen. Dat ben ik ook een beetje kwijt geeft Esther toe. Babette vindt haar een sterk persoon ook door alles wat ze meegemaakt heeft maar Esther ziet dat niet zo. Ik kan op dit moment geen plezier maken. Je zoekt geen contact meer op zegt Babette, ik zie dat je er niet uitkomt. We zijn hier ook om daarin voor elkaar te zijn. Ik kan je niet zo laten. Jij doorziet mij zegt Esther maar niet veel mensen kunnen mij helpen. Babette vertelt daarna een soortelijke ervaring maar dit moet op jouw pad komen. Maar je kunt ook die energie ook sluiten in jezelf. Dat is niet leuk en dat is hoop. Ik heb geen hoop zucht Esther. Ik weet dat ik het kan sluiten maar deze bubbel is best heftig. Mijzelf afsluiten voor de buitenwereld zoals ik het even noem brengt mij een veilige ruimte. Ik moet een overlevingsmodus zien te vinden, waar ik mee bezig ben. Je praat niet zegt Babette. Het muurtje hier opbouwen is niet goed. Dat kan nooit de bedoeling zijn van dit programma. Als je het niet anders gaat doen ben je dadelijk heel moe en dan ga je alsnog kopje onder. Maar om te doen wat je nu aan het doen bent gaat je niet helpen. Van alleen op de bank zitten ga je niet beter worden. Je hebt de survival van je leven al gehad. Ik weet nog niet hoe ik het leuk moet houden geeft Esther toe. Ik kwel mijzelf en dat weet ik heel goed.