De zaterdag in een jaar van je leven gaat rustig voorbij. Er wordt van het mooie weer genoten en ondertussen wordt er wat gekletst. Zo ook Erik en Babette, ze hebben het over het management en Erik vindt er wel wat van hoe het er nu aan toe gaat.
Erik laat weten als hij manager is en er een stelling wordt ingegooid waar hij niet achter staat hij niet doet. Dan kunnen we wel stemmen maar wat hebben we er dan aan antwoordt Babette. Dan is het de volgende manager waar het wel doorkomt zegt Erik. Maar dat weet je niet zegt Babette, vanaf nu kan elke week of maand je laatste zijn. Dat was vanaf het begin af aan al merkt Erik op. Maar vanaf nu helemaal zegt Babette, het wordt spannender en we gaan die trechter in. Erik denkt dat het steunen van een aspirant nu nog met 5 is. Als het nu niet zo is ben je 6 mensen, dan kunnen er maar 2. Dat moeten we dan even na het even duidelijk maken merkt Janet op die het hoort. Babette denkt dat er ook een mailtje moet worden gestuurd. Daarna hebben Babette en Erik het over het gemis. Erik heeft dat niet, als er later andere dingen mogelijk zijn zien we dan wel weer. Ik ben makkelijk, of het nou alleen is met een grotere groep of met zijn tweeën. Het is wat het is. Babette vraagt of hij het erg vind om naar huis te moeten. Best wel geeft Erik toe, dan is mijn droom weg. Het hier zijn weg, ik krijg maar een keer de kans. Wat weegt zwaarder het geld of het hier zijn vraagt Babette. Op lange termijn wel het geld zegt Erik.
Verder laat Erik weten dat hij niet snapt dat sommige mensen in de loods er zo’n puinhoop van kunnen maken. Ik snap niet dat mensen in zo’n zwijnenstal kunnen leven. Dat snap ik echt niet, je schaamt je eigen toch rot? Ik vind het niks en kan daar niet tegen. Babette merkt op dat ze allemaal anders zijn. En dat zijn dingen die ik dus niet leuk vindt gaat Erik verder. Ik ruim best veel op en achter mijn kont wordt er weer wat neergegooid. Ik dacht dat op dat vlak de mensen netter zouden zijn. Babette vraagt zich af of het niet gek is om dat te denken dat veel mensen zo zouden zijn. Er is maar één Erik in deze wereld. Dat is zo zegt Erik maar er wordt geen troep op straat gegooid, dat ben ik gewend. Janet is er druk mee, ik ben er druk mee maar ik had verwacht dat meerder mensen dat zouden doen. Dat is dan jouw referentiekader zegt Babette. Ik woon in de stad, daar ruimt echt niet alles op. Janet hoort het ook en laat weten dat ze helemaal achter Erik staat maar denkt dat dat iets van de nieuwe generatie is.