Zoë heeft afgelopen avond een gele kaart gekregen na een ruzie met Jeffrey. Toen ze de gele kaart kreeg ontstond er bijna een tweede ruzie waarop Babette besloot Zoë mee te nemen naar kamer 4. Daar probeert ze haar rustig te krijgen.
Dit is echt zo’n Martin geval zegt Zoë en niemand doet er wat mee. Hij loopt hier nog steeds. Dat weet ik antwoordt Babette maar luister. Ik snap het en ik weet dat het je tot hier zit. Je bent niet de enige. En ik snap het echt, ik ben er zelf bij geweest. Ik weet dat hij zuigt, ik weet wat hij doet. Ik vind het k*t van die 10.000 euro maar het was een soort van onoverkomelijk was. Je moet me één ding beloven, laat je niet zo uit de tent lokken. Nu gebeurd het weer. Jij gaat schreeuwen, je hebt geen ongelijk en schreeuwt misschien wel uit wat iedereen denkt maar jij gaat staan schreeuwen, dat is wat hij wil. Dit is de derde gele kaart zegt Zoë met emotie. Babette benadrukt dat het nergens over gaat, een doos hulzen. Janet die ook in kamer 4 is merkt wel op dat Jeffrey bewust aan het zuigen is. En ik word er voor gestraft voegt Zoë eraan toe. Dat is ook zo gemeen antwoordt Janet. Babette benadrukt dat iedereen klaar is met het gedrag van hem. Niemand durft hem erop te zetten. Janet denkt dat mensen nu wel anders denken.
Jeffrey loopt nadat de brief voorgelezen is naar de keuken waar hij samen staat te koken met Wendy. Ik kan jullie leven zuur maken zegt hij. Geloof mij, zuigen dan zal ik eens echt gaan zuigen. Ik ben de enige die echt voor alles opkomt hier. De rest houdt ook zijn mond dicht antwoordt Wendy. Ik zie een probleem aankomen, voor 1.70 euro ik zeg kunnen we meteen bestellen… Voor 1.70 euro voor iedereen! Krijg je van een 22 jarig meisje zo’n waffel?! En dan ben ik aan het zuigen en zit zij in de slachtofferrol. De groep gedoogd alles hier want dan is het weer de kop. Ik zal eens echt gaan zuigen, dan hadden jullie een ander leven gehad. Ik wil bier? Het gaat om het totaalplaatje, daar gaat het om! Ik zie een probleem, handelen meteen. Als je niet met je positie om kan gaan moet je het niet doen. Wat een kl*te groep! En meteen Zoë, Zoë gaat het? Gadverdamme, één iemand vroeg hoe het met mij ging dat was jij. Het is ook mijn f*cking huis. Het is niet alleen voor mij, ik steek mij kop uit. Halve gedachtegang. Ik kan niet tegen domme mensen. Het zit allemaal in de zon op een bank, te niksen, te oordelen. Arm meisje, flikker op man. Het is een asociaal wijf.